Energiebesparende maatregelen in de varkenshouderij, maak de juiste keuze.

Gepubliceerd: 21-08-2019, gezien: 1028 keer

Varkensbedrijven die meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas verbruiken, moeten dit voor 1 juli 2019 melden bij de RVO

Energiebesparende maatregelen in de varkenshouderij, maak de juiste keuze.

Varkensbedrijven die meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas(equivalent) per jaar verbruiken, moeten dit voor 1 juli 2019 melden bij de RVO. Men dient aan te geven hoe men energiebesparende maatregelen neemt. Dit geldt echter niet voor alle bedrijven. Bedrijven die vergunning-plichtig zijn, dat wil zeggen met meer dan 750 zeugen, 3.750 gespeende biggen of 2.000 vleesvarkens hebben dit al meegenomen in de milieuvergunningaanvraag.

Voor de informatieplicht energiebesparende maatregelen moet een lijst worden ingevuld met specifiek voor de agrarische sector erkende maatregelen, waarbij uitleg nodig is. Er zitten namelijk vragen tussen die niet zo maar beantwoord kunnen worden. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat een energiemaatregel niet verplicht is, als aangetoond wordt dat de investering niet binnen 5 jaar terugverdiend kan worden. Dat kan natuurlijk snel zodanig aangegeven worden, maar het dient ook op een door RVO voorgeschreven manier onderbouwd te worden en daar zit de angel.

Een voorbeeld. In de lijst van erkende maatregelen staat aangegeven dat het verplicht is dat de stalwarmte via de ventilatie bij de toepassing van een luchtwasser, teruggewonnen dient te worden. Dit kan op twee manieren, namelijk via een warmtewisselaar in het centraal luchtafvoerkanaal of via het spoelwater van de luchtwasser. Technisch is dat inderdaad mogelijk. Echter is een terugverdientijd van 5 jaar wel reëel? Hierbij spelen een aantal aandachtspunten:

  1. Wordt er voldoende warmte vanuit de stal aangevoerd? De hoeveelheid aangeleverde warmte bepaalt het rendement van de warmteterugwinning. Als de temperatuur van de uitgaande stallucht te laag is, heeft deze maatregel vanzelfsprekend weinig zin. Het rendement van de warmteterugwinning kunnen wij berekenen.
  2. Waar is de warmteterugwinning voor bedoeld? De meest warmte is nodig bij de kraamhokken en de gespeende biggen. Echter bij de kraamhokken is dat voornamelijk gebaseerd op vloerverwarming, terwijl bij de gespeende biggen de ruimte ook verwarmd dient te worden. Bij de kraamhokken gaat het daarom al gauw om de warmtepomp en bij de gespeende biggen kan het om de warmtepomp gaan, maar ook de luchtinlaatwisselaars geven mogelijkheden. Voor beide opties kunnen wij het rendement van toepassing berekenen.
  3. Vervolgens dient achterhaald te worden hoe groot de investering is. Bekend is dat de prijsverschillen tussen offertes van diverse leveranciers groot kunnen zijn. En wat wordt er dan daadwerkelijk geleverd? Wat zijn bijvoorbeeld de technische garanties die de leverancier geeft op het rendement van de warmtepomp?
  4. Niet alleen de technische opties komen naar voren, ook dient aandacht besteed te worden aan de bouwkundige aanpassingen en de klimaatbeheersing.
  5. Tot slot dienen de mogelijkheden voor subsidie en fiscale voordelen afgetast te worden om tot een totaal overzicht van de rendementsberekeningen te komen.

 

Auteur
Joost Overbeek
Directeur / Senior Adviseur Bouw
06-53 86 06 93

Theme picker