Door alle stikstofmaatregelen komt u als agrarische ondernemer voor ingrijpende keuzes te staan. In april komen stoppersregelingen van de overheid beschikbaar. Omdat die beperkt zijn, is het belangrijk nu al na te denken over uw keuze. Gaat u innoveren, omschakelen, verplaatsen of stoppen met uw bedrijf?
In april zijn de regelingen om stikstof te verminderen klaar. Het kabinet zet erop in dat veehouders vrijwillig stoppen met hun bedrijf. Naast de agrarische sector worden ook de 50 grootste uitstoters in de industrie benaderd om zo snel mogelijk hun stikstofuitstoot te beperken. De overheid maakt een overzicht van alle maatregelen op een website. Daar kunt u straks bijvoorbeeld ook berekenen of uw bedrijf onder de piekbelasters valt.
Het kabinet wil door al deze maatregelen zoveel stikstof verminderen dat de natuur kan herstellen. Bovendien moet er meer stikstofruimte komen voor de legalisatie van PAS-melders. En er moeten weer bouwvergunningen verleend kunnen worden.
Landelijke stoppersregelingen
Van minister van der Wal (Natuur en Stikstof) verscheen in februari een nieuwe Kamerbrief over de uitwerking van de stikstofregelgeving. Daarin staat onder meer dat de stoppersregelingen voor ondernemers vanaf april opengaan. Voor de veehouderij zijn er twee landelijke regelingen: de LBV (Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties) voor een brede groep ondernemers en de LBV+ speciaal voor piekbelasters. Daarnaast is er een provinciale regeling: de MGA-2 (Maatregel gerichte aankoop en beëindiging veehouderijen tweede tranche). Let op: meedoen is niet verplicht maar vrijwillig.
Kiest u voor een LBV-regeling, dan krijgt u een financiële vergoeding voor uw productierechten en gebouwen. De gebouwen moeten gebruikt zijn voor het houden van vleeskalveren, melkvee, varkens of pluimvee. In een tabel in de regeling is straks af te lezen wat de vaste prijs per m2 is. De diersoort en hoe oud een gebouw is speelt daarbij mee. Let op: de fosfaatrechten moeten voor minstens 95 procent van u zijn, en de andere productierechten voor minstens 80 procent.
Eén miljard euro voor piekbelasters
Voor de regeling voor piekbelasters is één miljard euro beschikbaar, inclusief uitvoeringskosten. Deze LBV+ is beschikbaar voor houders van melkvee, pluimvee, varkens en vleeskalveren. Zo’n 3.000 bedrijven voldoen aan de drempelwaarde. Minister van der Wal verwacht dat 500 tot 600 bedrijven hieraan meedoen. Die krijgen 120 procent vergoed van de marktwaarde van de productierechten die ze laten vervallen en de economische waarde van hun gebouwen, de zogenoemde gecorrigeerde vervangingswaarde.
De bredere LBV is bedoeld voor een grotere groep melkveehouders, pluimveehouders en varkenshouders. De drempelwaarde om mee te doen is hier lager dan bij de plusregeling. Deze ondernemers krijgen 100 procent vergoed van de marktwaarde van productierechten die ze laten vervallen en de gecorrigeerde vervangingswaarde van hun gebouwen.
Doorstartverbod
Maakt u gebruik van een van de LBV-regelingen, dan krijgt u een doorstartverbod. Dat betekent dat u niet mag doorgaan met uw huidige activiteiten. Wel mag u een nieuwe economische activiteit beginnen, tot maximaal 15 procent van de oorspronkelijke toegestane stikstofemissie. Bij LBV en LBV+ is geen zogenoemde voorziening voor eerste koop van de grond.
Verschil bij toekenning
Bij piekbelasters wordt de LBV+-regeling toegekend op volgorde na de start. De LVB-regeling wordt pas na sluiting van de regeling toegekend door de overheid.
Provinciale stoppersregeling
Naast de landelijke stoppersregelingen komt er een tweede ronde van de Maatregel gerichte aankoop en beëindiging veehouderijen tweede tranche (MGA-2). Deze regeling wordt uitgevoerd door de provincie en biedt daarmee een kans voor maatwerk. De vergoeding wordt hierbij gebaseerd op taxatie. Ook is er een aparte overeenkomst mogelijk voor grondverkoop.
Verplaatsen, omschakelen, innoveren
De overheid werkt niet alleen aan stoppersregelingen. Er komen ook mogelijkheden voor de alternatieven: verplaatsen, omschakelen en innoveren. Zo komt er een nationale verplaatsingsregeling voor boeren die verder willen op een locatie waar de uitstoot minder impact heeft op de natuur. Naar verwachting wordt hierover in april meer bekend.
Evaluatie in november
De minister wil in november 2023 beoordelen of de aanpak voldoende effect heeft. Worden de doelstellingen niet gehaald, dan komt er mogelijk een volgende, minder vrijblijvende fase met verplichte maatregelen voor piekbelasters.
Wat u nu al kunt doen
Wacht niet af tot april maar denk nu al na over de mogelijkheden voor uw bedrijf. Bijvoorbeeld aan de hand van onderstaande vragen. Zo bent u goed voorbereid als u voor de keuze komt te staan.
Wat is momenteel mijn uitgangssituatie?
- Welk effect (stikstofdepositie) heeft mijn bedrijf op Natura 2000-gebieden in de omgeving?
- Ik heb een PAS Nb-wetvergunning. Hoe zit het met de ontwikkelingsruimte die is afgegeven?
- Kan ik mijn uitstoot op stal- of bedrijfsniveau omlaag brengen om mijn bedrijf uit te breiden (intern salderen)?
- Wat is er mogelijk bij een eventuele sanering of opkoop, hoe gaan we dit aanpakken en welke vergoedingen en fiscale gevolgen zijn er?
- Welke mogelijkheid heb ik om ammoniak-/stikstofrechten te kopen en wat levert dat op?
- Ik heb nog niet alles gebouwd waarvoor ik vergunning heb. Vervalt deze zogenoemde latente ruimte?
- Ik houd in mijn stallen minder dieren dan ik op de vergunning heb staan. Moet ik de stallen nog snel vol zetten?
- Ik wil op korte termijn het aantal dierplaatsen uitbreiden. Is dat nog mogelijk?
- Wat zijn de financieel-economische gevolgen van intern of extern salderen?
Meer informatie en advies
Ons toegewijde team staat voor u klaar. Wij ondersteunen u om deze vragen goed te beantwoorden en denken graag mee wat een goede strategie kan zijn. Hierbij brengen we het totaalplaatje in beeld, met aandacht voor de milieuregels, uw bedrijf, uw toekomstwensen en de bijbehorende financiële, fiscale en juridische gevolgen. Vraag naar de mogelijkheden en neem contact op met uw adviseur of vul het contactformulier op de Rombou website in. |